ADO Den Haag magazine | nr.5 - 2022/2023

15 Niet terugdeinzen Dat Finn en Cato nu verdediger van beroep zijn, lag niet per se in de lijn de verwachting. Cato stond lange tijd opgesteld als vleugelflitser. “Maar ik had niet de pure snelheid die je als aanvalster nodig hebt. Daarom werd ik achterin gezet, aan de rechterkant en centraal. Dat vond ik ook superleuk. Bij verdedigen komt er namelijk veel meer kijken dan het lijkt.” Finn, die in de jeugd tot aan Onder 18 als middenvelder speelde, werd vanwege zijn lengte achterin neergezet. “Dat is uiteindelijk een goede keuze geweest, want ik kan daar goed uit de voeten en ik vind het ook nog eens heel leuk. Van een goed uitgevoerde verdedigende actie kan ik écht genieten. Bijvoorbeeld een bal van de lijn halen. Daar kan ik net zoveel van genieten als van het maken van een doelpunt.” Finn en Cato zeggen allebei aan dat ze niet zo snel terugdeinzen voor een tegenstander. Dat is mede te danken aan de lessen vanuit de jeugdopleiding waar gehamerd wordt op hard werken en voor niemand bang zijn. “Je ziet bij veel meiden die een transfer maken, dat ze de ADO-mentaliteit houden en dat ze het daardoor bij andere clubs ook redden”, zegt Cato. “Dat klopt. Je moet bij ADO Den Haag elke dag alles geven om beter te worden en er altijd voor willen gaan. Als ik geen voetballer zou zijn, zou ik die mentaliteit ook kunnen gebruiken”, sluit Finn zich bij Cato aan. Het ADO-dna Het ADO-dna. Dat is iets wat meerdere keren voorbij komt in gesprek met Finn en Cato. Ze weten waar ze het over hebben. Ondanks hun jonge leeftijd hebben ze bij elkaar opgeteld zo’n vijftien jaar ervaring bij ADO Den Haag. “In de jeugd werd altijd gezegd dat wij als ADO zijnde voor niemand bang hoefde te zijn. Dat past wel bij me, want ik deins niet terug en ik kan hard zijn als dat gevraagd wordt”, legt de verdedigster uit. Finn: “We hebben een bepaalde status en tegenstanders weten dat het lastig is om tegen ons te spelen, omdat we er vol voor gaan. Haagse bluf, mouwen opstropen, dat is typisch ADO Den Haag. Dat vind ik mooi en past bij me. Ik heb heel hard moeten werken om te komen waar ik nu ben. Ik doe veel extra werk als ik op de club ben. Dat heeft zijn vruchten tot nu toe afgeworpen en daardoor voel ik me steeds sterker worden.” Waar het gaat eindigen voor beide talenten? Cato: “Voor de aankomende jaren wil ik basisspeler worden, zoveel mogelijk minuten maken en heel graag een prijs pakken. Als ik stabiel ga presteren dan zou het op de lange termijn mooi zijn om ooit een stap te maken naar het buitenland.” Finn is net zo ambitieus, maar zegt nu al een droom te hebben verwezenlijkt. “Spelen voor ADO Den Haag is op zich al een droom die is uitgekomen. Deze club is als een tweede huis voor mij en ben naast speler ook supporter. Vroeger zat ik vaak op vak D, maar ook wel eens op Midden-Noord. Dat je nu op dat veld mag staan voor het oog van alle supporters is soms nog onwerkelijk.” . “IK DEINS NIET TERUG EN IK KAN HARD ZIJN ALS DAT GEVRAAGD WORDT”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=